Conceptwet VBAR maakt van zzp’er al gauw een werknemer


De concepttekst van de nieuwe wet VBAR (Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden) ligt bij de Raad van State. Het kabinet Schoof heeft in het hoofdlijnenakkoord bepaald door te gaan met de wet VBAR. De huidige minister van Sociale Zaken kan het wetsvoorstel echter nog wel aanpassen.

Op 21 juni heeft voormalig minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Karien van Gennip de concepttekst VBAR verzonden aan de Raad van State. De criteria die beoordelen of sprake is van werk door een zzp’er of door een werknemer zijn iets gewijzigd ten opzichte van de vorige versie. De samenwerking met de werkgever en de opdracht zijn doorslaggevend. Of iemand een ondernemer is, telt nauwelijks mee in het oordeel.

Rechtsvermoeden op basis van uurtarief

Indien er sprake is van een uurtarief onder 33 Euro ex btw per uur, dan bestaat er een rechtsvermoeden van werknemerschap. Is er sprake van een hoger uurtarief dan is dit echter geen indicatie voor het tegendeel.

Gezagscriterium in de arbeidsovereenkomst

De eerdere criteria 'werkinhoudelijke instructies' en 'organisatorische inbedding' zijn in de nieuwste versie van het wetsvoorstel samengevoegd onder de noemer 'criteria die wijzen op werknemerschap'. Is er een leidinggevende die de werkende aanstuurt en zijn er collega’s in loondienst met vergelijkbaar werk? Dan zijn dat duidelijke indicaties van werknemerschap.

(Contra-)criteria die wijzen op 'zelfstandigheid'

Het lopen van financiële risico’s en verantwoordelijkheid voor de resultaten van de werkzaamheden zijn belangrijke contra-indicatie die wijzen in de richting van zzp’schap. Daarnaast dient de werkende te beschikken over opleiding, ervaring, kennis of vaardigheden die niet structureel in de inhurende organisatie aanwezig zijn. De opdracht mag maar van korte duur en/of een beperkt aantal uren per week duren en de uitvoerende treedt tijdens de werkzaamheden nadrukkelijk als zelfstandige naar buiten. Hoe meer de werkende aan deze criteria voldoet, hoe meer de weegschaal richting "Werken voor eigen rekening en risico" en dus “zelfstandigheid” zal bewegen.

Ondernemerschap telt pas bij gelijkspel

Tellen de criteria als werknemer even zwaar als de contra-indicaties? Dan en alleen pas dan wordt er gekeken of iemand als persoon ondernemer is. Heeft hij/zij eerder als zelfstandige gewerkt, van hoeveel opdrachtgevers is sprake per jaar, worden er investeringen gedaan? De kenmerken waar de vroegere VAR op oordeelde, alleen nu zijn deze kenmerken ondergeschikt aan de werknemersindicaties zoals gezagscriterium en uurtarief.

Op zijn vroegst zal de nieuwe wet pas per 1 januari 2026 van kracht kunnen worden. Vanaf 1 januari 2025 zal de Belastingdienst wel handhaven op schijnzelfstandigheid op basis van de huidige regels uit de wet DBA.